|
||||||||
“ With Lisa on the way to Muscle Shoals, Memphis and Jackson… “ Singer-songwriter Lisa Mills is voor ons al lang geen onbekende meer. We kwamen haar voor het eerst, naast andere gasten/zangers als Chad Strentz, Robert Plant en Steve Weston al tegen op ‘Roll The Dice’, een album van The Big Town Playboys uit 2004. In 2014 met het recenseren van haar album ‘I’m Changing’ en in 2016 “live”, in Herselt, waar we haar toen interviewden. Deze blues, roots, R&B en gospel diva is afkomstig uit Hattiesburg, een plaats in de Amerikaanse staat Mississippi, maar momenteel woonachtig in Mobile, Alabama (Lisa: “thank you Hurricane Katrina”). Voor dat Lisa solo ging en opnam tourde ze als zangeres met Big Brother & the Holding Company. BB&tHC is een Amerikaanse rockband die bekend werd als back-up band van Janis Joplin (1943-1970). De band werd in 1965 in San Francisco door gitarist Peter Albin en zanger Sam Andrew opgericht. Lisa debuteerde in 2000 solo met ‘Mississippi’s Own’, waarna ze ook tourde in Europa. Haar album ‘Tempered In Fire’ (2010) betekende haar doorbraak. Op haar albums werkte Lisa samen met bassist Ian Jennings (co-oprichter van The Big Town Playboys). Jennings en Mills waren al samen te zien tijdens het Glastonbury festival in de UK. Jennings was ook de co-producer van Lisa’s album ‘I’m Changing’ (2014). ‘Mama’s Juke Book’ (2016) is, wat de titel al laat vermoeden, een heel bijzonder en persoonlijk album. Het is een album, zo vertelde ons Lisa tijdens een interview dat we met haar hadden tijdens de 19de editie van het (Ge)Varenwinkel Blues & Roots Festival in 2016, dat er gekomen is nadat ze een ringschriftje van haar overleden moeder in de garage vond, met daarin haar favoriete liedjes en muzikanten, aangevuld met persoonlijke commentaren. Het werd een album met twaalf tracks, waarvan je er zeker ook enkele nummers zult herkennen en, waarbij je tijdens het beluisteren zeker links zult gaan leggen met je eigen verleden en herinneringen... Daarna was het wachten tot aanvang dit jaar, op het nieuwe album van deze Mississippiaanse, ‘The Triangle’. Het is genoemd naar de driehoek (triangle!) van drie verschillende steden, waar de opnames gebeurden en de legendarische, muzikale historische achtergrond nog levend aanwezig was. Lisa nam tijdens haar muzikale reis eigen nummers en covers op met producer/gitarist Fred Mollin (Melody Place Music) in Fame Studio B in Muscle Shoals (AL), in de Royal Studios (+ een track in Sun Studios) in Memphis (TN) en in de Malaco Studios in Jackson (MS), waar veel van de songs oorspronkelijk werden opgenomen. Opgenomen door Spencer Coats en John Gifford (Muscle Shoals), Boo Mitchell (Memphis) en Kent Brice (Jackson), gemixt door "Teenage" Dave Salley en gemasterd door Greg Calbi. Muscle Shoals-muzikanten waren o.a. Clayton Ivey (toetsen), Bob Wray (bas), John Willis (e- gitaar) en Justin Holder (drums en percussie). De Memphis-band bestond uit Lester Snell (toetsen), Leroy Hodges (bas), Michael Toles (lead e- gitaar), Steve Potts (drums en percussie) en Rev. Charles Hodges (Hammond B3 orgel). De Jackson-crew bestond uit Sam Brady (toetsen), Mike Thorn (bas), Brennan White (e- gitaar) en George Lawrence (drums en percussie). De arrangementen van de blazers (Jim Hoke op saxofoons en Steve Herman op trompet) werden gedaan door Hoke Tracks 1 t.m. 4 werden in de Fame Studios opgenomen in Muscle Shoals, AL. De Muscle Shoals Sound Studio in Sheffield, Alabama werd in 1969 gevormd door vier sessiemuzikanten genaamd The Muscle Shoals Rhythm Section (ook liefdevol genaamd The Swampers), die Rick Hall 's nabijgelegen Fame Studios in Muscle Shoals hadden verlaten om hun eigen opnamefaciliteit te creëeren. “Greenwood, Mississippi”, de rockende opener en eerste single release van ‘The Triangle’, werd oorspronkelijk in 1970 in Muscle Shoals opgenomen door Little Richard (voor zijn comeback album ‘The Rill Thing’). Het is een eerbetoon aan het ongelooflijke geluid en gevoel van de geweldige zuidelijke soulmuziek uit de jaren ‘60 en ‘70. Mills nam het nummer op met enkele van de originele muzikanten in dezelfde studio waar het voor het eerst werd opgenomen. Lisa deed dit met legendarische en lokale muzikanten en in de historische studio’s. In haar versie wordt het script van het gebruikelijke verhaal omgedraaid, waardoor een kleine stad wordt verlaten om fortuin te vinden in de grote stad. Etta James werd overgehaald door Chess Records' CEO Leonard Chess om haar tweede album ‘Tell Mama’ in de Fame Studios in Muscle Shoals, Alabama. Met de originele versie van "I'll Rather Go Blind" als B-kant, werd "Tell Mama" in 1967 uitgebracht op het Cadet-label als de pré-single van het album. “Slip Away” is een nummer dat Clarence Carter in 1968 uitbracht op zijn ‘This Is Clarence Carter’ album. Tracks 5 t.m. 9 werden in de Royal Studios in Memphis, TN opgenomen. “That's What Love Will Make You Do” is een aanstekelig Little Milton R&B nummer uit 1971. Op de track die Lisa opnam, is er eerst de opvallende baslijn van Leroy Hodges voordat de ruimte wordt gevuld met gitaar (Michael Toles), orgel (Lester Snell) en hoorns (Jim Hoke: sax & Steve Herman: trompet). Lisa heeft het op haar nieuwe album graag over liefde in al zijn vormen. Goed, zoals in Bobby Womack’s “I'm In Love” (een top-tien R&B-hit voor Wilson Pickett in de Billboard in 1968). Of, slecht, verboden en duurzaam zoals op “Same Time Same Place”, een gospelnummer geschreven door David Porter en Isaac Hayes, waar de “illegale” soort centraal staat. Het soulnummer “A Place Nobody Can Find” van David Porter werd door Sam Moore en Dave Prater als A-kant op single uitgebracht in 1965. Sam & Dave (“Soul Man”, 1967 – “I Thank You”, 1968) behoorden tot de eerste soulartiesten en werden door Atlantic Records “uitgeleend” aan Stax Records. Bij Stax werden Isaac Hayes en David Porter aangesteld als de vaste producers en tekstschrijvers van Sam & Dave. “That's How Strong My Love Is” is een pakkend soulnummer, geschreven door Mills' collega-Mississippiaan Roosevelt Jamison, die vanuit Memphis werkte. Het werd voor het eerst opgenomen in 1964 door Southern soulzanger OV Wright. Otis Redding (1941-1967) maakte er een hit van in 1965. In de teksten gebruikt Jamison natuurlijke fenomenen zoals de zon, maan en oceaan om de omvang van de liefde te beschrijven. In 1967 speelde Redding op het Monterey Pop Festival en nam hij op in december “(Sittin' on) The dock of the Bay” op. Twee dagen na het opnemen van wat zijn grootste hit zou worden, kwam hij om bij een vliegtuigongeluk in Lake Madison, Wisconsin, samen met vier van de zes leden van zijn band The Bar-Kays. “That's How Strong My Love Is” werd naast zijn grootste hit, ook een van zijn signature songs. Het bonusnummer “Just Walking In The Rain” werd als enig nummer opgenomen in de legendarische Sun Studios in Memphis, TN. Het heeft een speciale geschiedenis: het werd in 1952 geschreven door Johnny Bragg en Robert Riley, twee gevangenen in de Tennessee State Gevangenis in Nashville. Het werd in 1953 opgenomen door Bragg’s doo-wop groep, The Prisonaires en oorspronkelijk uitgebracht op het Sun Records label. Ik wil jullie de “rest” van het verhaal niet onthouden. Nadat Bragg en Riley de binnenplaats van de gevangenis overgestoken waren terwijl het regende, zei Bragg naar verluidt: "Hier lopen we gewoon in de regen en vragen we ons af wat de meisjes aan het doen zijn..." Riley suggereerde dat dit een goede basis zou zijn voor een lied, en binnen een paar minuten had Bragg twee verzen gecomponeerd. Omdat Bragg echter niet kon lezen en schrijven, vroeg hij Riley om de teksten op te schrijven in ruil voor het feit dat hij werd gecrediteerd als een van de schrijvers van het nummer. De bekendste “gouden” versie van het nummer werd echter in 1956 opgenomen door popzanger Johnnie Ray op het label Columbia Records. Op internet vond ik een opname van Johnnie Ray uit 1956 tijdens de Frankie Laine tv-show. Hem zullen er maar weinig kennen, maar de “jongere” hitversie van Jim Reeves uit 1962 misschien wel. Ik vraag me af waar beiden de mosterd haalden? Uit “Singing in the Rain”, de muziekfilm van Gene Kelly en Stanley Donen? Lisa Mills’ stripped down versie hier is vooral vocaal erg genietbaar. Ze wordt begeleid door Jim Hoke (sax) en Steve Herman (trompet). “I wanted to make a traditional R&B/blues album that preserved the spirit of the original songs, while giving them a fresh new life and point of view…” (Fred Mollin) Lisa Mills vertelt over haar nieuwe album ‘The Triangle’ dat het, door het concept en de creativiteit van producer Fred Mollin, resulteerde in het meest oprechte album dat ze ooit in haar carrière gemaakt heeft. Mollin noemt zijn opzet om “een traditioneel R&B/blues album te maken, dat de geest van de originele nummers heeft behouden, terwijl ze een nieuw leven en een nieuw gezichtspunt zouden krijgen…" absoluut geslaagd. Hij vervolgt: “Gesteund door een prachtige groep legendarische muzikanten, was het werken in de belangrijkste muzikale zuidelijke steden en hun meest historische studio's heel opwindend”. Lisa gaf tijdens de opnames aan elk nummer haar eigen speciale “karakter” en bewijst dat ze een grote soulzangers is. Dat we met haar tijdens het luisteren, deze nummers mogen delen en er evenveel plezier mogen aan beleven dan zij tijdens de opnames, is ons zeker meer dan gegund. Gewenst, zou ik hier zelfs durven stellen! “ With producer Fred Mollin's concept and creativity, Lisa Mill's new album ‘The Triangle’ resulted in the most genuine album she has ever made in her career. During the recording, Lisa gave each song her own special "character" and proves that she’s a great soul singer… “ (ESC for Rootstime.be) Eric Schuurmans
Album track list: Fame Studios, Muscle Shoals, AL - 01. Greenwood, Mississippi [Albert Lowe Jr., Travis Wammack > Little Richard, 1970, ‘The Rill Thing’] - 02. Tell Mama [Clarence Carter > Etta James, 1969] - 03. Slip Away [William Armstrong, Marcus Daniel & Wilbur Terrell > Clarence Carter, 1968, ‘This Is Clarence Carter’] - 04. I'd Rather Go Blind [Ellington Jordan, Billy Foster > Etta James, Chicken Shack] – Royal Studios, Memphis, TN - 05. That's What Love Will Make You Do [Little Milton > Gov’t Mule, Jerry Garcia Band] - 06. I'm In Love [Bobby Womack > Wilson Picket, 1968] - 07. Same Time Same Place [David Porter, Isaac Hayes] - 08. A Place Nobody Can Find [David Porter > Sam and Dave, 1965] - 09. That's How Strong My Love Is [Milton Campbell, Roosevelt Jamison > Otis Redding, 1965, The Great Otis Redding Sings Soul Ballads] – Malaco Studios, Jackson, MS - 10. Someone Else Is Stepping In [Denise LaSalle > Z.Z. Hill] - 11. I'll Always Love You [Larry Grisham, Tommy Stillwell > Dorothy Moore] - 12. Travel On [Johnsson] - 13. Members Only [Larry Addison > Bobby Bland] - bonus track – Sun Studios, Memphis, TN - 14. Just Walking in The Rain [Johnny Bragg, Robert Stanley Riley Sr. > The Prisonaires, 1953 - Johnnie Ray, 1956 – Jim Reeves, 1962] / Words/music © 2020 by as [noted] - Produced by: Fred Mollin Album line-up: Lisa Mills: lead vocs, guitar / Fred Mollin: rhythm & a- guitar / Muscle Shoals crew: Clayton Ivey (keys), Bob Wray (bass), John Willis (lead e- guitar) & Justin Holder (drums and percussion) / The Memphis crew: Lester Snell (keys), Leroy Hodges (bass), Michael Toles (lead electric guitar), Steve Potts (drums, percussion) & Reverend Charles Hodges (Hammond B3 organ) / The Jackson crew: Sam Brady (keys), Mike Thorn (bass), Brennan White (lead e- guitar) & George Lawrence (drums, percussion) / Horns: Jim Hoke (saxophones) & Steve Herman (trumpet) / Bvs: Maureen Murphy & Kendra Chantelle Discography Lisa Mills: |
||||||||
|
||||||||